Duurzaam beleggen is een wereldwijd verschijnsel om factoren op het gebied van milieu, maatschappij en governance, in het Engels environmental, social and governance (ESG), te integreren in dagelijkse beleggingsbeslissingen. Wat ooit begon als ‘ethisch beleggen’ om religieuze redenen heeft zich ontwikkeld tot een industrie waar biljoenen in omgaan. De hele wereldeconomie stapt nu over op duurzamere – en CO2-armere – bedrijfs- en investeringsmodellen, vanwege de dringende noodzaak om de klimaatverandering aan te pakken.
De Verenigde Naties definieerden het bij de lancering van de Principles for Responsible Investment (UNPRI) in 2005 als volgt:
“Verantwoord beleggen is een strategie en praktijk om factoren op het gebied van milieu, maatschappij en governance te integreren in beleggingsbeslissingen en actief aandeelhouderschap.”1
Milieufactoren zijn doorgaans gericht op vervuiling, afvalverwerking en de laatste tijd ook de uitstoot van landen en bedrijven, nu de wereld probeert om de opwarming van de aarde te beperken. Bij maatschappelijke factoren ligt de focus vooral op mensenrechten, arbeidskwesties en diversiteit. De governancefactoren lopen uiteen van ervoor zorgen dat bedrijven goed geleid worden – met beslissingen waar alle aandeelhouders en belanghebbenden van profiteren en niet alleen de bestuurders – tot het vermijden van kwesties als omkoping en corruptie.
Tegenwoordig gaan veel beleggers een stap verder met verantwoord beleggen door specifieke duurzaamheidskenmerken te integreren, zoals een betere CO2-voetafdruk of hogere ESG-score, in de overtuiging dat ze daarmee het rendement verbeteren. We noemen dit duurzaam beleggen, en de inzet ervan om het risicogecorrigeerde rendement te verbeteren komt uitgebreider aan bod in Hoofdstuk 6.
Impactbeleggen gaat nog verder door een direct effect van de belegging in de echte wereld te eisen zonder per se ook een hoger financieel rendement te vereisen, afhankelijk van de doelstelling. De belangrijkste verschillen tussen deze stijlen staan weergegeven in onderstaande afbeelding:
Figuur 1 – Het spectrum van kapitaal

Bron: G8 Social Impact Investment Taskforce, Asset Allocation Working Group, 2014.
Bij duurzaam beleggen worden progressieve ESG-praktijken toegepast die de waarde kunnen verhogen. Daarnaast wordt het concept van dubbele materialiteit gehanteerd. Beleggers moeten niet alleen kijken naar de invloed van duurzame ontwikkeling op de bedrijfsmodellen van bedrijven en dus hun financiële waarde, maar ook naar het effect dat het bedrijf (of het land) heeft op de wereld.
Duurzaam beleggen heeft de laatste jaren dan ook een sterke ontwikkeling doorgemaakt, met een grotere nadruk op actief aandeelhouderschap (stemmen en engagement) en een toename van impactbeleggen. De belegging is daarbij gericht op impact in de echte wereld, bijvoorbeeld door een focus op positieve bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG's) van de VN.
Al met al heeft duurzaam beleggen het concept van het creëren van welvaart én welzijn opgeleverd – het is niet langer acceptabel om alleen naar winst te kijken.
Tabel 1: Omvang van het vermogen dat duurzaam wordt beheerd


Bron: Global Sustainable Investment Alliance 2020.
Deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat duurzaam beleggen (inclusief ESG-integratie) de afgelopen twee decennia een enorme vlucht heeft genomen. Duurzaam beleggen was in 2020 goed voor 35,9% van het totaal aan beheerd vermogen, tegenover 33,4% in 2018, volgens de Global Sustainable Investment Alliance.2 Canada is koploper als het gaat om duurzaam beleggen, met 61,8% van het beheerde vermogen. In Europa werd 41,6% van het vermogen duurzaam beheerd, wat neerkomt op beleggingen ter waarde van meer dan EUR 10,7 biljoen. Dat staat gelijk aan bijna de helft van het jaarlijkse bbp van de Verenigde Staten.
Figuur 2: De toename van wereldwijde duurzame beleggingen van 2016 tot 2020 in biljoen USD

Bron: Global Sustainable Investment Alliance 2020.
Figuur 3: Aandeel van elke regio in het totaal aan duurzame beleggingen wereldwijd

Bron: Global Sustainable Investment Alliance 2020.
Een rijke geschiedenis
Duurzaam beleggen heeft een grote ontwikkeling doorgemaakt sinds het begin in de 18e eeuw, toen quakers weigerden hun geld te beleggen in alles wat te maken had met de slavenhandel. Toen werd voor het eerst gebruikgemaakt van uitsluiting. In het meer recente verleden ontstond het concept van gelijkheid voor iedereen om de wereld te verbeteren, dankzij het politieke klimaat en de eerste wetgeving voor gelijke rechten in de jaren 60 van de vorige eeuw. Een van de eerste keren dat op grote schaal gebruik werd gemaakt van uitsluiting, was toen bedrijven in de jaren 70 massaal weigerden om te investeren in Zuid-Afrika vanwege het apartheidsregime.
Duurzaam beleggen ging in 1987 een rol spelen op het wereldtoneel toen de World Commission on Environment and Development van de Verenigde Naties – beter bekend als de Brundtland-commissie – met het rapport ‘Our Common Future’ kwam. De term ‘duurzame ontwikkeling’ is afkomstig uit dit document en is gedefinieerd als een “ontwikkeling die aansluit op de behoeften van vandaag zonder het vermogen van toekomstige generaties in gevaar te brengen om in hun eigen behoeften te voorzien.”3
Door de koppeling met algemene bedrijfsactiviteiten kreeg het concept van de ‘drie P’s’ – people (mensen), planet (planeet/milieu), profit (opbrengst/winst) – voet aan de grond in de jaren 90. Het idee hierachter was dat een bedrijf zich moet richten op elk van deze drie factoren en niet alleen op winst, omdat deze voor een bedrijf allemaal even belangrijk zijn om duurzaam te zijn.4
Later is de focus komen te liggen op de ESG-factoren, die het fundament vormen van de meeste processen voor duurzaam beleggen. De focus op milieufactoren is de afgelopen jaren toegenomen, doordat de strijd tegen de klimaatverandering urgenter is geworden, met de nadruk op toezeggingen voor netto-nul en het realiseren van de doelen in het Akkoord van Parijs. Daarnaast heeft de Covid-pandemie het belang van maatschappelijke factoren benadrukt, aangezien veel mensen er zwaar door zijn getroffen. En de governancefactoren blijven cruciaal, omdat bedrijven voor de uitdaging staan hoe ze de decarbonisatie moeten aanpakken vanaf bestuursniveau naar beneden.
Een andere belangrijke ontwikkeling was de opkomst van de SDG's. Die hebben tot doel investeringsmiddelen naar de 17 doelstellingen te loodsen, die uiteenlopen van het uitroeien van armoede en het tegengaan van ongelijkheden tot het beschermen van de biodiversiteit en het bevorderen van duurzame productie. Hierdoor is het belang van reële impact toegenomen – een verschil maken in de echte wereld en tegelijkertijd financieel rendement realiseren. (Zie onze online module Essentials van SDG-beleggen voor meer informatie hierover).
Duurzaam beleggen is nu geïntegreerd en mainstream
Duurzaam beleggen draait niet langer alleen maar om uitsluitingen nu de nadruk ligt op het integreren van ESG, het gebruik van actief aandeelhouderschap en het realiseren van impact in de echte wereld via de bedrijven waarin wordt belegd. Het maakt nu deel uit van de standaard financiële analyse die wereldwijd wordt toegepast en is mainstream geworden – het is niet langer een rebel with a cause.
Leerresultaat
Na het lezen van dit hoofdstuk weet je hoe duurzaam beleggen zich heeft ontwikkeld van een protestbeweging tot een beleggingsstijl die is gericht op ESG-factoren, met een grotere nadruk op impactbeleggen.
Voetnoten
1 UNPRI
2 Global Sustainable Investment Alliance 2018 Review
3 ‘Our Common Future’, the Brundtland Commission
4 John Elkington, ‘Enter the triple bottom line’, 2004